1993

Breede, vormalige Hervormde kerk

Uitvoering: 1993

Dit orgel is uniek omdat het het enige huisorgel is gemaakt door Van Oeckelen. Al snel na de oplevering werd het verkocht aan de kerk van Breede en aangepast.

Door ondeskundig stemmen waren een aantal pijpen van de doorslaande Vox Humana onbruikbaar geworden. Wij hebben deze hersteld. Ook herstelden we het klavier en de kast.

Dispositie:

Hoofdwerk            Positief                        Pedaal            
Prestant 8’            Holpijp 8’                    aangehangen
Bourdon 8’            Viola di Gamba 8’
Octaaf 4’               Fluit 4’
Fluit 4’                   Fluit 2’
Octaaf 2’               Vox Humana 8’
Cornet III

Leipzig-Plagwitz [D], Heilandskirche (kleine orgel)

Plaatsing, herintonatie
Uitvoering: 1993

Dit instrument werd in 1992-1993 door liefhebbers gemaakt met gebruikmaking van oudere bestanddelen. De middelen om een en ander te realiseren werden door gulle gevers uit Nederland bij elkaar gebracht. Wij bouwden het op in Leipzig en zorgden voor de intonatie.

Dispositie:

Hauptwerk        Brustwerk          Pedal          
Prinzipal 8′        Gedackt 8’        Subass 16’
Rohrflöte 8′       Flöte 4’
Oktave 4′           Quinte 2 2/3
Flöte 4′              Prinzipal 2’
Nachthorn 2′    Terz 1 3/5’ D
Mixtur III-V        Regal 8’

Rinsumageest, voormalige Geref. kerk

Nieuwbouw
Uitvoering: 1993

In het nieuwe Steendam-orgel zou gebruik gemaakt worden van het pijpwerk uit het vroegere Valckx & van Kouteren/Bak-orgel. Helaas bleek dat materiaal als gevolg van aanpassingen zo goed als onbruikbaar. Om toch zo dicht mogelijk bij het gewenste klankbeeld te blijven, kochten wij bij collega-orgelmakers een aantal Valckx & van Kouteren-registers op. Het nieuw bijgemaakte pijpwerk heeft een legering van 25% tin en 75% lood en geperste labia, aansluitend bij het oude pijpwerk. De manuaal-tongwerken zijn uit de 19e eeuw, gemaakt door Willis; de pedaal-Trompet is gedeeltelijk uit 1937 en 1993; de pedaal-Fagot uit 1976 moest om financiële redenen helaas gehandhaafd blijven.

Adviseur Tjibbe Heidinga (1939-2008) ontwierp een front, geïnspireerd op het werk van de architect Kuipers. Als gevolg van ruimtegebrek kwam dit op zich zeer verdienstelijke frontontwerp helaas toch wat ‘gedrongen’ over.

De nieuwe orgelkast werd uitgevoerd in naaldhout. In het front staan D-c’ van de Prestant 8’ en C-Fis van de Octaaf 4’ van het Hoofdwerk.

De dispositie van het orgel was op dat moment

De klavieren zijn gemaakt van fichtehout. Het onderklavier is uitgevoerd als balansklavier, het bovenklavier als staartklavier. De ondertoetsen en frontons zijn belegd met been, de boventoetsen met ebbenhout. De bakstukken zijn van notenhout.

De register- en speelmachanieken zijn van eikenhout met ingevoerde draaipunten. De abstracten zijn van fichtehout, de uiteinden zijn ombonden met boekbinderslinnen. De welarmen en winkelhaken zijn van messing.

De vijf nieuwe windladen zijn geheel uitgevoerd in eikenhout.
De bestaande balg van Valckx & van Kouteren werd opnieuw beleerd .

Hoofdwerk I (C-f3)

Prestant 8’
Bourdon 16’ (C-bo hout)
Violon 8’(C-B transmissie Holpijp)
Holpijp 8’(C-B hout)
Groot Cornet III
Nachthoorn 4’
Octaaf 4’
Quint 2 2/3’
Klein Cornet III
Octaaf 2’
Mixtuur IV-VI
Trompet 8’

Bovenwerk II (C-f3)

Salicet 4’
Gamba 8’ (C-H transmissie Roerfluit)
Roerfluit 8’(C-H gedekte houten pijpen)
Fluit 4’
Nasard 2 2/3’
Woudfluit 2’
Terts 1 3/5’discant
Flageolet 1’
Clarinet 8’

Pedaal (C-f1)

Subbas 16’ hout
Gedekt 8’ (C-B hout)
Octaaf 4’
Fagot 16’ (halve bekerlengte)
Trompet 8’

Mixtuursamenstellingen:

Groot Cornet III : 5 1/3’-4’-3 1/5’
Klein Cornet III : 2 2/3’-2-1 3/5’

Mixtuur IV-VI in eerste stand:
C                    2’-     1 1/3’  
co         2 2/3’-2’-     1 1/3’-1-
c1    4’-2 2/3’-2’-     1 1/3’
fis4’-2 2/3’-2’-2’

Mixtuur IV-VI in tweede stand:
C                                    2’-     1 1/3’-1’- 2/3’
Fis                       2 2/3’-2’-     1 1/3’-1’
fiso                  4’-2 2/3’-2’-     1 1/3’-1’
fis1       5 1/3’-4’-2 2/3’-2’-     1 1/3’
fis2  8’-5 1/3’-4’-2 2/3’-2’-2’

Het Steendam-orgel werd op 3 december 1993 in gebruik genomen.

Helaas sloot de kerk van Rinsumageest in 2010. Nog in het zelfde jaar werd het instrument aangekocht ten behoeve van de nog te bouwen Hersteld Hervormde kerk van Kesteren. Omdat een orgel van opslag doorgaans niet beter wordt, is het instrument gedurende de tijd dat het kerkgebouw in Kesteren nog niet klaar was, in Rinsumageest blijven staan en is pas zo laat mogelijk naar de werkplaats in Roodeschool gebracht om aangepast te worden aan de nieuwe locatie.

Het front is met 60 cm verhoogd en is als gevolg hiervan veel beter in proportie. De achterzijde van de kast loopt nu ook niet meer schuin af zoals destijds in Rinsumageest. De kast is nu blauw geschilderd, dezelfde kleur als van de bekleding van de kerkbanken.

De windkanalisatie is als gevolg van een andere plaatsing van de balg (rechts van het orgel) aangepast. Alle ventielstiften zijn vernieuwd, de oude hadden te veel van oxidatie te lijden gehad. Om dezelfde reden zijn alle ventielen opnieuw beleerd en is het gehele mechaniek schoongemaakt. De abstracten en de registermechaniek van het Bovenwerk zijn vernieuwd.

 

De huidige dispotitie luidt:

De Fagot 16’ kon gelukkig vervangen worden door een gebruikte Bazuin 16’ uit 1976. Op het bovenwerk zijn de registers Terts 1 3/5’ discant en Flageolet 1’ vervangen door een Vox Celeste 8’ en een Salicionaal 8’ (beide afkomstig uit het Valckx & van Kouteren-orgel van het vroegere orgel van de r.k. O.L.V. ten Hemelopneming te Eelde-Paterswolde, 1930). Door plaatsing van deze stemmen is het orgel nu uitgevoerd zoals dat Steendam destijds voor ogen stond. De twee hoge registers werden bij de bouw door de toenmalige adviseur voorgeschreven. De lade van het Bovenwerk is als gevolg de dispositiewijziging opnieuw ingedeeld.

Hoofdwerk I (C-f3)

Prestant 8’
Bourdon 16’ (C-bo hout)
Violon 8’(C-B transmissie Holpijp)
Holpijp 8’(C-B hout)
Groot Cornet III
Nachthoorn 4’
Octaaf 4’
Quint 2 2/3’
Klein Cornet III
Octaaf 2’
Mixtuur IV-VI
Trompet 8’

Bovenwerk II (C-f3)

Salicet 4’
Gamba 8’ (C-H transmissie Roerfluit)
Roerfluit 8’(C-H gedekte houten pijpen)
Salicionaal 8’
Vox Celeste 8’
Fluit 4’
Nasard 2 2/3’
Woudfluit 2’
Clarinet 8’

Pedaal (C-f1)

Subbas 16’ hout
Gedekt 8’ (C-B hout)
Octaaf 4’
Bazuin 16’ (C-H halve bekerlengte)
Trompet 8’

Pedaal (C-f1)

Subbas 16’ hout
Gedekt 8’ (C-B hout)
Octaaf 4’
Bazuin 16’ (C-H halve bekerlengte)
Trompet 8’

Rotterdam-Alexander, Ichtuskerk

Nieuwbouw
Uitvoering: 1993

Bij het orgel van de Ichtuskerk is een andere weg ingeslagen. Hoewel gekozen is voor een eigentijdse vormgeving, zijn de pijpmensuren ontleend aan 17e– en 18e eeuwse voorbeelden. Het tweede klavier is uitgevoerd als Cornetwerk. De tempertuur was een eigen variant op de middentoonstemming.

Bij de bouw was de Voxhumana nog gereserveerd, deze plaatsten wij in 1995.

Later ontstond in Rotterdam in toenemende mate de behoefte om het orgel samen met andere instrumenten te gebruiken en werd de aanvankelijk gekozen temperatuur helaas een probleem. Daarna is het orgel door ons gelijkzwevend gestemd. Alle gedekten, dus tot dan moment waren dichtgesoldeerd, zijn toen van hoeden voorzien.

Huidige dispositie:

Hoofdwerk                   Cornetwerk               Pedaal        
Prestant 8’                   Octaaf 8’                   Subbas 16’
Bourdon 16’                 Prestant 16’ D          Octaaf 8’
Roerfluit 8’                   Holpijp 8’ B/D           Bazuin 16’
Octaaf 4’                      Quintfluit 6’ D
Nasard 3’                     Fluit 4’ B/D
Octaaf 2’                      Terts 3 1/5’ D
Mixtuur III-V                 Quintfluit 3’
Trompet 8’                   Woudfluit 2’
                                       Terts 1 3/5’ D
                                       Voxhumana 8’

Overige werkzaamheden uit dit jaartal:

  • Dronten, St.-Ludgerukerk, herstelling
  • Musselkanaal, Het Anker, herintonatie
  • Opeinde, Gereformeerde kerk, uitbreiding